CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

 

 

Archeologisch

Onderzoek

Startpagina

 

Home     Nieuws     E-mail   

MUMMIFICATIETECHNIEKEN BIJ DIEREN

De balsempriesters pasten bij de dieren die in Sakkara als votiefoffers dienden verschillende mummificatietechnieken toe. Mummies van vogels werden vaak in vloeibaar hars gedompeld, voordat ze gemummificeerd werden. In veel gevallen werden ze, met drie of vier tegelijk, in keramische potten aan de pelgrims verkocht. Soms werden palmbladnerven gebruikt om de vogels te verstevigen. Van een aantal ibisvogels en vissoorten werden de ingewanden verwijderd, maar dit lijkt niet de gewoonte te zijn geweest. Krokodillen werden met natron behandeld voordat ze in linnen gewikkeld werden; deze mummies vertonen geen sporen die erop duiden dat de ingewanden verwijderd werden. Behalve volwassen en halfwaskrokodillen zijn er in Egypte ook vondsten gedaan van gemummificeerde krokodilleneieren, die duidelijk herkenbare foetussen bevatten.

 

Sommige dieren werden zodanig ingewikkeld dat ze op menselijke wezens en met name kinderen leken (vooral valken- en kattenmummies, soms zelfs voorzien van kartonnagemaskers of van een afbeelding van een gezicht op de windsels). Andere resten werden kunstig ingewikkeld om deze op het desbetreffende dier te laten lijken. Röntgen- en CT-onderzoeken hebben inmiddels uitgewezen dat sommige mummies echter verre van compleet zijn en soms zelfs slechts uit enkele botten of veren van dieren bestaan. Wellicht dat bij de priesters het idee bestond dat ook een deel van het dier het geheel kon symboliseren. In veel gevallen, vaak bij de heel fraaie, strak ingewikkelde mummies, is er zelfs sprake van heuse ‘nepmummies’, met een vulling van zand, klei, textiel of aardewerk scherven. Het kan natuurlijk zijn dat het op een bepaald moment moeilijk was om bepaalde diersoorten voor de vervaardiging van de votiefmummies te verkrijgen.

 

Het lijkt er ook op dat de Egyptenaren soms niet zo precies waren in hun onderscheid tussen de verschillende diersoorten: naar hun mening waren vrijwel alle kleinere roofvogels als ‘valk’ te beschouwen, en gewijd aan de zonnegod en hemelgod Horus, die tevens met de heersende farao en met de zoon van Osiris werd geïdentificeerd. Onderzoek van verschillende ‘valk’-mummies heeft dan ook een heel scala van soorten vogels aan het licht gebracht, waaronder zelfs uilen en gieren.

 

Onderzoek naar bijvoorbeeld kattenmummies leidde weer tot heel andere conclusies: de meeste kattenmummies bevatten halfwas exemplaren, terwijl in veel gevallen ook schade aan de halswervels en schedels van de dieren kon worden vastgesteld. Het lijkt erop dat de tempelkatten een onnatuurlijke dood stierven zodra ze groot genoeg waren om een aantoonbare mummie op te leveren.